Statuten

De vereniging draagt de naam:

Appenzeller Sennenhonden Nederland.

Zij heeft haar zetel te Swifterbant, gemeente Dronten; zij is aangegaan voor onbepaalde tijd.

  1. De vereniging heeft ten doel:
    1. de instandhouding en verbetering van het Appenzeller Sennenhondenras;
    2. de bevordering van de gezondheid en het welzijn van de tot het Appenzeller Sennenhondenras behorende honden.
  2. Zij tracht dit doel ondermeer te bereiken door:
    1. het geven van informatie en voorlichting over de Appenzeller Sennenhond;
    2. het organiseren van lezingen en cursussen;
    3. het bevorderen van de socialisering en de opvoeding van de Appenzeller Sennenhond;
    4. het organiseren en houden van clubmatches en jongehondendagen voor Appenzeller Sennenhonden;
    5. het voorlichten van leden van de vereniging bij aankoop, import, dekking, fokkerij en opvoeding van Appenzeller Sennenhonden;
    6. het bijhouden van een register van raszuivere Appenzeller Sennenhonden;
    7. het bevorderen van het inschrijven van Appenzeller Sennenhonden in de Nederlandse Hondenstamboekhouding;
    8. het deelnemen aan het overleggen binnen de georganiseerde kynologie;
    9. het met elkaar in contact brengen van fokkers, geïnteresseerden in de fokkerij, eigenaren en liefhebbers van Appenzeller Sennenhonden;
    10. en overigens door – zowel nationaal als internationaal – al datgene te doen of te laten verrichten wat naar het oordeel van haar bestuur noodzakelijk, nuttig of gewenst is.
  1. De vereniging ontleent rechten aan de statuten, het huishoudelijk reglement en de overige reglementen van de te Amsterdam gevestigde vereniging genaamd “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” (hierna ook te noemen ‘Raad van Beheer’), ingeschreven in de Kamer van Koophandel onder nummer 40531977                                        en de vereniging verplicht zich zonder voorbehoud tot naleving van de statuten, reglementen en wettig genomen besluiten van de Raad van Beheer.
  2. De vereniging verplicht zich tevens zonder voorbehoud tot naleving van de statuten, reglementen en wettig genomen besluiten van de organen van de Raad van Beheer.
  3. De vereniging aanvaardt zonder voorbehoud de rechtsmacht van de Geschillencommissie voor de Kynologie en het Tuchtcollege voor de Kynologie, zoals weergegeven in de statuten en het huishoudelijk reglement van de Raad van Beheer.
  4. Leden van de vereniging zijn jegens de vereniging tot hetzelfde gehouden als waartoe de vereniging wegens haar lidmaatschap van de Raad van Beheer, jegens de Raad van Beheer zal zijn gehouden op grond van de statuten en reglementen van de Raad van Beheer en de door de organen van de Raad van Beheer wettig genomen besluiten.   
  5. De vereniging is overeenkomstig het bepaalde in artikel 46 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bevoegd tot het opleggen van dezelfde verplichtingen aan haar leden jegens de Raad van Beheer uit hoofde van het bepaalde in de statuten en reglementen van de Raad van Beheer en uit hoofde van de door de organen van de Raad van Beheer wettig genomen besluiten.
  1. Leden van de vereniging kunnen zijn, zij die de achttienjarige leeftijd hebben bereikt.
  2. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
  1. Aspirantleden zijn zij die aan de activiteiten van de vereniging deelnemen, doch nog niet de achttienjarige leeftijd hebben bereikt.
  2. Begunstigers zijn zij die zich bereid verklaard hebben de vereniging financieel te steunen met een door de algemene vergadering vast te stellen minimum-bijdrage.
  3. Aspirantleden en begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen, dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.
  1. Toelating tot de vereniging geschiedt door het bestuur na aanmelding bij het bestuur tenzij de algemene ledenvergadering besloten heeft tot een ledenstop. Van toelating blijkt uit een door het bestuur afgegeven verklaring.
  2. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan de algemene ledenver-gadering alsnog tot toelating besluiten.
  3. Het lidmaatschap is persoonlijk en kan niet worden overgedragen.
  1. Het lidmaatschap eindigt:
    1. door de dood van het lid;
    2. door de opzegging van het lid;
    3. door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld, te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
    4. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
  2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
  3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beeindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
  4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
  5. Onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging is voor een lid voorts mogelijk:
    1. binnen één maand nadat een besluit waarbij de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard aan het lid bekend is geworden of is meegedeeld. Het besluit is alsdan niet op dat lid van toepassing. Een lid is evenwel niet bevoegd door opzegging een besluit waarbij de verplichtingen van geldelijke aard van de leden zijn verzwaard te zijnen opzichte uit te sluiten;
    2. binnen een maand nadat een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie aan hem is meegedeeld.
  6. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
  7. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
  8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
  1. De rechten en verplichtingen van een aspirantlid en een begunstiger eindigen bij zijn overlijden, en kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage over het lopende verenigingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd.
  2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
  1. De leden, aspirantleden en begunstigers zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen.
  2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.

Behalve de overige rechten die aan aspirantleden en begunstigers bij of krachtens deze statuten worden toegekend, hebben zij het recht de door de vereniging georganiseerde activiteiten bij te wonen.

  1. Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van tenminste drie personen, die door de algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden, behoudens het bepaalde in lid 2.
  2. De algemene vergadering kan besluiten dat een lid van het bestuur buiten de leden wordt benoemd.
  3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 4.

Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet tenminste tweeënzeventig uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.

  1. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden vertegenwoordigd is.
  2. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus.
  3. Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
  4. In afwijking van hetgeen in de voorgaande leden van dit artikel en/of in andere artikelen van deze statuten is bepaald omtrent de benoeming en/of kwaliteitseisen van bestuurders, gelden bedoelde bepalingen en kwaliteitseisen niet voor de bestuurders die bij de oprichting van de vereniging zijn benoemd.
  1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
  2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. De afgetredene is herkiesbaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
  3. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
    1. ten aanzien van een bestuurslid dat uit de leden benoemd is: door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
    2. door bedanken;
    3. door overlijden.
  1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan, die tezamen het dagelijks bestuur vormen. Het bestuur kan uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan een functie bekleden.
  2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen gemaakt, die in een volgende vergadering worden vastgesteld en die na vaststelling door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming en de inhoud van een besluit niet beslissend.
  3. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van- en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.
  1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de vereniging. Alle besluiten van het bestuur waaromtrent bij reglement geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij of zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging. Wanneer hierdoor een bestuursbesluit niet kan worden genomen is het bestuur daartoe alsnog bevoegd. Indien er sprake is van een tegenstrijdig belang als hiervoor bedoeld, blijft de betreffende bestuurder volledig bevoegd om de vereniging met inachtneming van het overigens in deze statuten bepaalde te vertegenwoordigen en om alle overige bestuurstaken te vervullen.
  1. Indien het aantal bestuursleden beneden het hiervoor genoemde minimum is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt. Ingeval van ontstentenis of belet van een bestuurder blijven de overige bestuurders met het bestuur belast. Bij ontstentenis of belet van alle bestuurders berust het bestuur tijdelijk bij één of meer door de algemene vergadering daartoe aangewezen personen. De algemene vergadering heeft het recht om ook ingeval van ontstentenis of belet van één of meer, doch niet alle bestuurders, één of meer personen als bedoeld in de vorige zin, aan te wijzen die alsdan mede met het bestuur is/zijn belast.
  2. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
  3. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden en/of bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen derden beroep worden gedaan.
  1. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:
    • onverminderd het bepaalde onder II, het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen een bedrag of waarde, jaarlijks door de algemene ledenvergadering vast te stellen, te boven gaande;
    • het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen;
    • het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
    • het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
    • het aangaan van dadingen;
    • het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden;
    • het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten.
       Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen derden geen beroep worden gedaan.
  1. Onverminderd het in de laatste volzin van lid 4 bepaalde wordt de vereniging in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur.
De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
  1. Het boekjaar en het verenigingsjaar zijn gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
  3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door de algemene vergadering, zijn bestuursverslag uit over de gang van zaken binnen de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner dan wordt daarvan onder opgaaf van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid in rechte vorderen van de gezamenlijke bestuurders dat zij deze verplichtingen nakomen.
  4. Wordt omtrent de getrouwheid van de stukken bedoeld in het vorige lid aan de algemene vergadering niet overgelegd een verklaring afkomstig van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dan benoemt de algemene vergadering, jaarlijks, een commissie van ten minste twee leden die geen deel van het bestuur mogen uitmaken.
  5. Het bestuur is verplicht aan de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
  6. De commissie onderzoekt de in lid 3 en lid 5 bedoelde stukken en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.

Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan.

  1. Het bestuur is verplicht de bescheiden, boeken en andere gegevensdragers, bedoeld in de leden 2 en 3, zeven jaar lang te bewaren.
  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
    • het bestuursverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 15 met het verslag van de aldaar benoemde commissie;
    • kwijting van de bestuurders voor het door hen in het desbetreffende verenigingsjaar gevoerde beleid, voor zover van dat beleid uit het bestuursverslag en de rekening en verantwoording blijkt dan wel dat beleid aan de algemene vergadering op andere wijze bekend is gemaakt;
    • de benoeming van de in artikel 15 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
    • voorziening in eventuele vacatures;
    • voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
  3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
  4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte der stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 20 of door advertentie in tenminste een ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen dagblad.
  5. Indien zulks bij de oproeping is vermeld is ieder lid bevoegd om, in persoon of bij schriftelijk gevolmachtigde, door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de algemene vergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen, mits het betreffende lid via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en kan deelnemen aan de beraadslaging.
  6. De algemene vergadering is bevoegd bij reglement nadere voorwaarden te stellen aan het gebruik van elektronische communicatiemiddelen. Indien de algemene vergadering van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt, worden de voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.
  1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging, het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is, alle aspirantleden en alle begunstigers. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden met dien verstande dat een geschorst lid toegang heeft tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld. Hij heeft tevens het recht in die vergadering het woord te voeren.
  2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
  3. Ieder lid van de vereniging heeft een stem, geschorste leden hebben geen stemrecht. Het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is, heeft een raadgevende stem.
  4. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen, met dien verstande dat bedoeld ander lid alsdan in totaal niet meer dan twee stemmen kan uitbrengen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.
  5. Stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan op de dertigste dag voor die van de vergadering, worden gelijkgesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.
  1. De algemene vergaderingen worden, tenzij de situatie zich voordoet als omschreven in artikel 16 lid 4, laatste zin, geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt een der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
  2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die worden vastgesteld in de zelfde of in een volgende vergadering, en die na vaststelling door de voorzitter en de notulist worden ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.
  1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering, of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
  4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten plaats.

Heeft alsdan weder niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat het zij een persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan een persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht.

Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.

  1. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
  2. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of een der stemgerechtigden zulks voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
  3. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
  4. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn kunnen, in afwijking van het overigens in deze statuten bepaalde, geldige besluiten worden genomen mits met algemene stemmen omtrent alle aan de orde komende onderwerpen – dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding – ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
  1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 4. De oproeping geschiedt niet later dan op de zevende dag voor die der vergadering.

Indien de vergadergerechtigde hiermee instemt kan de oproeping geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de vergadergerechtigde voor dit doel aan de vereniging is verschaft.

  1. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 21.
  1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijzigingen van de statuten zullen worden voorgesteld, onverminderd het overigens in deze statuten bepaalde.
  2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld aan alle leden toegezonden.
  3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte geldige stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet twee/derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte geldige stemmen.
  4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat deze door de Raad van Beheer is goedgekeurd en vaan die statutenwijziging een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
  1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.
  2. De vereffening geschiedt door het bestuur.
  3. Het batig saldo na vereffening vervalt aan diegenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder hunner ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.
  4. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn.
  5. De vereniging houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen hiervan opgaaf aan de registers waar de vereniging is ingeschreven.
  1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen dat voor in werking treding moet worden goedgekeurd door de Raad van Beheer.
  2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
  3. Iedere wijziging in het huishoudelijk reglement dient door de Raad van Beheer te worden goedgekeurd, alvorens deze wijziging in werking treedt.

Bekijk ook

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.